De verbinding tussen Reduxi en GL Charge GlowBox kan de DLM uitvoeren om de installatie te beschermen.
1. Logo
2. Verbind de GL Charge GlowBox met Reduxi met Modbus RTU
2.1 Fysieke verbinding tussen Reduxi controller en GL Charge GlowBox
Voor Modbus RTU moet een fysieke verbinding tot stand worden gebracht zoals weergegeven in de onderstaande afbeelding:
Voor Modbus RTU moeten de eerste 4 van de 6 dipswitches op OFF staan. De dipswitches 5 en 6 worden gebruikt om slave-adressen te definiëren.
Voorbeeld:
Dipschakelaars (1,2,3,4) = OFF
Dipschakelaars (5,6) = OFF en OFF--> adres 1
3. Modbus RTUcommunicatie tussen de GL Charge Glowbox en de Reduxi controller
3.1 Apparaat toevoegen
Log eerst in op de lokale Reduxi configurator en voeg een nieuw apparaat toe door op de knop 'Add device' (Apparaat toevoegen) te klikken.
3.2 Selecteer het apparaat dat u wilt toevoegen
Selecteer in de eerste stap basisinstellingen:
- Selecteer apparaattype: EV-lader,
- Selecteer type: GL Laad GlowBox Zilver
- Geef het apparaat een naam.
3.3 Apparaatconfiguratie voor Modbus RTU-communicatiekanaal
Voer de vereiste parameters in zoals weergegeven in de onderstaande afbeelding. Het slave-adres kan variëren afhankelijk van de instellingen van de DIP-schakelaar, punt 2.1
3.4 Testcommunicatie
Om er zeker van te zijn dat de Modbus RTU-communicatie tot stand is gebracht, kan een communicatietest worden uitgevoerd via de knop 'Test communication' rechtsonder achter alle velden van het communicatiekanaal.
Reactie op communicatie:
4. Uitlezingen van apparaat
Dit punt laat zien hoe de metingen van het apparaat gecontroleerd kunnen worden. Dit gebeurt onder 'Apparaat/Laatmeting'.
Zodra het apparaat met succes is toegevoegd via de configurator, kan het worden bewaakt via de cloudapplicatie Reduxi.